De omschakeling naar een energiezuinig gebouw gaat vaak te traag vanwege praktische en financiële obstakels, zeker bij particuliere woningen, publieke gebouwen en gemeenschapsvoorzieningen. Mobilisatie van burgers en het creëren van voldoende betrokkenheid bleken belangrijke knelpunten. Maar hoe pak je dit aan? Wij spraken Jan Snelders, projectleider namens de Energie Coöperatie Udenhout (ECU) over het doel van de coöperatie om samen te werken aan een betaalbare en duurzame energietoekomst.
Jan Snelders werd destijds door een andere projectpartner benaderd om mee te doen aan het grensoverschrijdende project: “Avans was al langer bezig met het opzetten van het project. Men zocht nog een geschikt pilotproject in Zuid-Nederland en zo is het balletje gaan rollen. Samen met de gemeente Tilburg hebben wij de handschoen opgepakt omdat wij graag wilden ontdekken hoe soortgelijke uitdagingen in Vlaanderen aangepakt worden.”
Samenwerken aan de energietransitie
De ECU werkt aan een onderzoeksproject, waarbij een coöperatief model wordt uitgewerkt om een klein aantal private woningen in de wijk Achthoeven te verduurzamen. Daarbij gaat het niet alleen om slimme technologische ontwikkelingen, maar ook om innovatieve financieringsmodellen. Zo’n model heet een ESCo model, wat staat voor Energy Service Company. In het model wordt de burger ontlast en ontzorgd. Het ESCo-model model heeft een maatschappelijk doel waarbij coöperaties mee aan het roer staan. Het creëert voor hen de nodige rendabiliteit zodat professionalisering mogelijk wordt.
Het hele partnership vereist een intensieve samenwerking tussen energie(burger)coöperaties, eigenaren, middenveldorganisaties, kennisinstellingen, bedrijven en overheden. Daarbij komt een menukaart van maatregelen tot stand voor en achter de meter, op woning-, buurt- of zelfs dorpsniveau. Jan Snelders licht toe: “Door te investeren in duurzame oplossingen gaat de energierekening van de leden van de coöperatie op termijn flink omlaag. Wij inventariseren de behoefte van de bewoners en zorgen dat zij een goed advies krijgen van een lokale adviseur. Deze is zichtbaar in de wijk en heeft daarmee het vertrouwen van de leden. Op die manier creëren we op lokaal niveau draagvlak voor de energietransitie en kijken we achter de voordeur mee naar de mogelijkheden.”